Coeliakie of glutenenteropathie (ICD-10 K90.0) is een aangeboren
glutenintolerantie, waarschijnlijk veroorzaakt door een immunologische
reactie tegen gluten.
Gluten is een eiwitbevattende stof die voorkomt in tarwe, rogge, haver
en gerst. Bij mensen met coeliakie geven gluten aanleiding tot
darmontsteking ter hoogte van het jejunum met een atrofie van de
darmvlokken tot gevolg. Hierdoor worden voedingsstoffen niet meer goed
opgenomen en ontstaat een vettige, volumineuze diarree.
In je lichaam bevinden zich verschillende soorten eiwitten, onder
andere de eiwitten DQ2 en DQ8. In de dunne darm binden de
eiwitfragmenten uit de gluten zich met DQ2 en DQ8. Door de reactie van
het afweersysteem (die dus alleen plaatsvindt bij coeliakie-patiënten)
ontstaat er weefselschade. Om deze schade weer te herstellen, komt er
weefseltransglutaminase (tTG) vrij. tTG zet de eiwitfragmenten echter
om in losse eiwitten die zich ook weer binden aan DQ2 en DQ8. Het
afweersysteem reageert daar weer op en hierdoor ontstaat nog meer
schade en komt er nog meer tTG vrij. Uiteindelijk is dit proces niet
meer onder controle te houden en ontstaat coeliakie.
Symptomen
- een afwijkend ontlastingspatroon zoals diarree
- braken
- lusteloosheid
- botontkalking (osteoporose)
- stinkende ontlasting
- een opgezette buik
- winderigheid
- slaperigheid
- sterke stemmingswisselingen
- gebrek aan eetlust
- groeiachterstand (vooral bij jonge kinderen)
- gewichtsverlies
- bloedarmoede
- een late puberteit
- spierklachten
- vruchtbaarheidsproblemen
- zenuwaandoeningen
- psychische klachten
Behandeling
De behandeling bestaat uit het volgen van een strikt glutenvrij dieet.
Meestal herstelt het darmepitheel zich, zodat ook de darmwerking
herstelt. De coeliakie-patiënten zijn hun hele leven gebonden aan het
volgen van het strikte dieet.
Fysiologische glutenintolerantie
Bij baby's tot zes maanden is er steeds een glutenintolerantie wegens
de immaturiteit van de darm. Babyvoeding dient dus glutenvrij te zijn
tot de leeftijd van zes maanden.